Op 21 mei 1986 konden de kiezers kiezen uit maar liefst 27 partijen die streden om zetels in de Tweede Kamer. Zoals verwacht, slaagden niet alle partijen erin om de kiesdrempel te halen. Onder hen bevonden zich de Partij voor de Ambtenaren & Trendvolgers, God met Ons en de Partij Geluk voor Iedereen. De meeste van deze partijen raakten al snel in de vergetelheid. Dat was echter niet het geval voor het Arnhemse postercollectief Loesje, dat in 1986 eveneens een poging waagde om een plek in de Kamer te veroveren.

Loesje werd opgericht door een groep activisten uit Arnhem in het najaar van 1983. Op 24 november van dat jaar kondigden zij de geboorte van Loesje aan. Het collectief had nauwe banden met de kraakbeweging, maar in tegenstelling tot het radicaliserende deel van deze beweging wilde Loesje een positieve benadering kiezen. Geïnspireerd door agitatiepropaganda en ideologische stromingen zoals Provo en de Kabouterbeweging, gebruikten zij technieken zoals omkering, associatie en overdrijving om de gevestigde orde uit te dagen en kritische vragen te stellen over het kapitalisme.

Twee jaar na de oprichting besloten de Loesje-activisten hun zichtbaarheid te vergroten door deel te nemen aan de verkiezingen van mei 1986. Terwijl premier Ruud Lubbers zijn verkiezingscampagne zakelijk benaderde (‘laat Lubbers zijn karwei afmaken’), opende Loesje haar programma met de vraag: ‘Heb jij je buikvlinders al gedresseerd? Ik niet’. Volgens Loesje was het tijd voor een frisse wind in Nederland. In het partijprogramma bekritiseerde Loesje de voorspelbaarheid van de politiek en riep ze op tot verandering.

Dit is een tekst.

De campagne van Loesje was net zo onconventioneel als het collectief zelf. Op 6 mei 1986 maakte lijsttrekker Niels van de Griend een opvallende entree op het Binnenhof. Zittend op de rug van een olifant liep hij met nog een tweede olifant door een figuurlijke porseleinkast en voerde daarbij een toneelstuk op dat een speelse, absurdistische satire op de politiek was.

Fant: Is dit nu streven naar het ideale?
Olie: Ik vind het maar weer onbekommert.
Fant: Onbekommert?
Olie: Onbekommert.
Fant: Wat is het ideale?
Olie: Als ik het wist zou ik ernaar streven.
Fant: Is het niet, als je er even naar streeft dan zou je het weten?
Olie: De kip of het ei?
Fant: In een goede soep zitten ze allebei.

(Geciteerd in: Van der Bij, p. 102)

Absurdisme was de rode draad in Loesjes campagne-uitingen, zo ook bij een verkiezingslied.

Banaan, banaan, vooruit ertegenaan,
Want de mensen staan te dringen als je loopt te zingen
Hoi, de lente staat op springen dus meteen beginnen,
Aardbei, aardbei, Loesje dat ben, Loesje dat ben,
Loesje dat ben JIJ.

(Geciteerd in: Van der Bij, p. 101)

Loesjes deelname aan de verkiezingen bracht veel media-aandacht, maar resulteerde uiteindelijk in slechts 12.882 stemmen, te weinig om een zetel te bemachtigen. Desalniettemin wist Loesje hiermee landelijke bekendheid te verwerven, wat het begin markeerde van een internationale carrière. Het collectief bleef zich bezighouden met het becommentariëren van de Nederlandse politiek, zoals blijkt uit hun scherpe observaties en slogans in de jaren daarna. Over de forse bezuinigingen schreef het broertje van Loesje in 1987 bijvoorbeeld ‘De regering heb anorexia’.

Hoewel Loesje geen directe impact had op de verkiezingen, wist het collectief wel het belang van idealen uit de jaren zestig en zeventig in een nieuwe vorm te behouden. Op 24 november 2023 vierde Loesje haar 40-jarig bestaan.