Na jarenlang voornamelijk als actiepartij op lokaal niveau te hebben gefungeerd, werd al in de jaren zeventig en tachtig de basis gelegd voor een meer landelijk karakter en een ‘moderner socialisme in de SP’. In de daaropvolgende jaren werd er geleidelijk afstand genomen van het maoïstische en marxistische karakter van de partij. Dit resulteerde in 1989 in het minimumprogramma “Handvest 2000, een maatschappij voor mensen”. De landelijke doorbraak moest komen in 1989, maar de SP wist onder leiding van Jan Marijnissen de kiesdrempel niet te halen.

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 koos partijleider Jan Marijnissen voor een opvallende koers; hij zette de SP neer als protestpartij. Met de slogan “Stem tegen, stem SP” werd de campagne ingegaan. In het verkiezingsprogramma werd beweerd dat er in Nederland sprake was van een ‘consensuspolitiek’, de SP wilde daarentegen een ander geluid laten horen. In het verkiezingsprogramma werd uitgehaald naar het neoliberalisme, dat partijen van links naar rechts zou hebben ‘geïnfecteerd’. De campagne sloeg aan en zo lukte het de Socialistische Partij (SP) in 1994 om met twee zetels het Binnenhof te betreden. Naast Marijnissen mocht ook Remi Poppe plaatsnemen in de Kamer.

Affiche SP Tweede Kamerverkiezingen 1989. DNPP