Tot in de jaren tachtig hadden getrouwde vrouwen alleen recht op een uitkering als zij meer dan een bepaald percentage van het inkomen van hun man verdienden – het ‘kostwinnersbeginsel’. Een EG-richtlijn verbood echter dergelijke discriminatie op grond van geslacht in het sociale zekerheidsstelsel. Het kabinet stelde daarom voor om het kostwinnersbeginsel niet alleen toe te passen op vrouwen, maar ook op mannen. Op 5 december 1984 debatteerde de Tweede Kamer over het voorstel. De Kamerleden op deze foto waren er tegen, omdat het nog steeds vooral voor vrouwen nadelig zou uitpakken. Uiteindelijk schrapte het kabinet het kostwinnersbeginsel en bekostigde dit door de uitkeringsduur van jongeren te verkorten.

V.l.n.r.: Ria Beckers-De Bruijn (PPR), Ina Brouwer (CPN), Ien Dales (PvdA), Elske ter Veld (PvdA) en Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA). Foto: Rob Bogaerts, Nationaal Archief / Anefo