‘Nederland voor de Nederlanders’ en ‘de grenzen moeten hermetisch worden gesloten voor alle buitenlanders’. [1]

 

Met zijn provocatieve uitlatingen en zijn verzet tegen de multiculturele samenleving wist Hans Janmaat (1934-2002) in de jaren tachtig zijn naam te vestigen als boegbeeld van extreem-rechts. Toch bleek hij niet in staat zijn partij sterk te laten groeien. Gedurende Janmaats lidmaatschap van de Kamer werd hij consequent genegeerd en geïsoleerd.

Politicoloog en leraar maatschappijleer Janmaat kwam na politieke omzwervingen op de uiterst rechtse flank terecht. Hij werd lid van de in 1980 opgerichte Centrumpartij (CP), een indirecte afsplitsing van de splinterpartij Nederlandse Volks-Unie. In de CP, een nationalistische partij met etnocentrische trekjes, nam Janmaat al snel het voorzitterschap over en wist in september 1982 een Kamerzetel te bemachtigen.

Hans Janmaat Foto: Rob C. Croes, Nationaal Archief / Anefo

Zijn komst zorgde voor spanning in de Kamer en beroering daarbuiten. Bij zijn entree op het Binnenhof jouwde een menigte sympathisanten van anti-facistische comités hem uit en moest hij onder politiebegeleiding het Kamergebouw in. In de Kamer kreeg hij een ijzige ontvangst. Omdat niemand naast hem wilde zitten kreeg hij een driepersoonsbankje achterin de zaal. Zijn bijdragen aan het debat werden grotendeels genegeerd. Ook de parlementaire pers besteedde zo min mogelijk aandacht aan hem.

In 1984 ontstond interne twist binnen de partij. Janmaat werd hierop geroyeerd vanwege zijn ‘ondemocratische leiderschap’. Na deze coup bleef Janmaat op persoonlijke titel Kamerlid en besloot hij een nieuwe partij op te richten, de Centrumdemocraten (CD). Nog meer dan de CP keerde de CD zich tegen immigratie, dat in de ogen van de partij de katalysator was van alle negatieve ontwikkelingen in de jaren tachtig zoals de hoge werkloosheid en woningnood. In maart 1986 was Janmaat doelwit van een aanslag. Antifascisten belaagden hotel Cosmopolite in Kedichem waar vertegenwoordigers van de CD en CP een besloten vergadering hielden. Het hotel brandde af. De fractiemedewerker van Janmaat verloor als gevolg van een ongelukkige sprong uit het raam haar been.

Bij de Kamerverkiezingen van mei 1986 lukte het Janmaat niet de kiesdrempel te halen. In 1989 slaagde hij daar wel in en keerde hij terug in de Kamer met één zetel. Zijn stijl was onveranderd. Zo meende hij dat ‘de prestaties van de multiculturele elftallen ver achter bleven bij de verwachtingen’ en vond hij dat Ernst Hirsch Ballin geen minister mocht zijn omdat hij een ‘jood’ was.[2] Gedurende zijn politieke loopbaan liepen er juridische procedures om Janmaat veroordeeld te krijgen wegens discriminatie. In 1994 won de CD drie Kamerzetels. Vier jaar later kwam de partij weer op nul uit en verdween Janmaat voorgoed uit de Kamer.

[1] Verkiezingsprogramma Centrumpartij 1989 via dnpp.nl en ‘Opbouw kan beginnen’, Nieuwsblad van het Noorden, 9 sept. 1982.

[2] Janmaat in Zendtijd voor Politieke Partijen, 1992; ‘Janmaat wil dat ‘jood’ Hirsch Ballin aftreedt’ NRC Handelsblad, 20 jan. 1994.

Koen Vossen, ‘Hans Janmaat: monster, minkukel of martelaar?’ Historisch Nieuwsblad nr 11 (2023). https://www.historischnieuwsblad.nl/hans-janmaat-monster-minkukel-of-martelaar/

Carla Hoetink, ‘Janmaat, Johannes Gerardus Hendrikus (1934-2002)’, in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/janmaat

Jan de Vetten, In de ban van goed en fout. De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998) (Amsterdam 2016) (proefschrifteditie https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/44139)