‘Onze samenleving staat op breken. Steeds diepere kloven tekenen zich af, tussen werkenden en hen die van het arbeidsproces zijn uitgesloten. Tussen hen, die uitzicht hebben op koopkrachtverbetering en hen die in koopkracht achteruitgaan. Tussen degenen, die kansen hebben om deel te nemen aan nieuwe ontwikkelingen in techniek en economie en hen voor wie de poort naar de toekomst gesloten lijkt.’ [1]

Joop den Uyl (1919-1987) was een politiek icoon. Na een lange politieke carrière werd ‘de econoom uit Buitenveldert’ in 1982 opnieuw gekozen tot voorzitter van de PvdA-Tweede Kamerfractie.  Den Uyl was achtereenvolgens wethouder in Amsterdam, minister van Economische Zaken, fractievoorzitter van de PvdA, minister-president (1973-1977) en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Van Agt II. Bij de verkiezingen in september van dat jaar behaalde hij met de PvdA 47 zetels (+3). Toch konden de sociaaldemocraten geen aanspraak maken op regeringsdeelname. Ruud Lubbers formeerde een kabinet van CDA en VVD. Den Uyl kreeg hierop de rol van oppositieleider.

Den Uyl vraagt een interpellatie aan over de hoogte van uitkeringen, 13 april 1983. Foto: Rob C. Croes, Nationaal Archief / Anefo

Den Uyl hield hoop dat zijn tweede kabinet er toch nog zou komen en werd daarin gesteund door opiniepeilingen. Het kabinet-Lubbers bleef echter zitten. Als belangrijkste vertolker van politieke en maatschappelijke onvrede voerde hij felle redevoeringen tegen het kabinet, waarin hij het marktdenken hekelde en de bezuinigingen op de sociale zekerheid scherp veroordeelde. Binnen de fractie rees kritiek tegen zijn planmatig economisch denken, dat als achterhaald werd gezien. Pogingen om hem op andere gedachten te brengen leden schipbreuk.

Bij de Kamerverkiezingen in mei 1986 voerde Den Uyl weer de lijst aan, in nauwe samenwerking met zijn beoogd opvolger Wim Kok. De PvdA was met 52 zetels succesvol, maar de winst was minder groot dan op basis van de peilingen was gedacht. Bovendien stak het CDA er met twee zetels bovenuit. Op 21 juli 1986, toen de formatie van het tweede kabinet-Lubbers was voltooid en de PvdA zich weer opmaakte voor de oppositie, werd Kok fractievoorzitter. Den Uyl bleef in de Kamer. Niet lang daarna werd hij ernstig ziek. Hij stierf op 24 december 1987.

[1] Handelingen II 1984/85, 11 oktober 1984, p. 288.