Ruud Lubbers, een beeldbepalend figuur in de periode 1982-1994. Gedurende twaalf jaar jaren stond Lubbers aan het roer van drie kabinetten die zijn naam droegen. Tweemaal met de VVD (Lubbers I en II) en eenmaal met de PvdA (Lubbers III). Weinigen hebben zo’n stempel op deze periode gedrukt als deze man. CPG-onderzoeker Johan van Merriënboer verdiept zich voor deel 11 van de Serie Parlementaire Geschiedenis van Nederland in het justitiebeleid tussen 1982 en 1994, maar schreef ook met Lennart Steenbergen een biografie over Ruud Lubbers. CPG-onderzoeker Fons Meijer ging met Johan in gesprek voor De Parlementaire Podcast. Deze is via Spotify en Apple podcasts te luisteren. Hieronder staat ook een uitgeschreven en bewerkt transcript van het interview, vergezeld van relevante links en beeldmateriaal. Het interview is gehouden op maandag 14 april 2025 op de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Werkloosheid, bezuinigingen, no-nonsense beleid en grote demonstraties tegen de plaatsing van kruisraketten, maar ook sociale vernieuwing, een weer aantrekkende economie, de val van de muur en de WAO crisis. De jaren van de kabinetten-Lubbers laten zich niet in term vangen. Het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis brengt momenteel de Nederlandse politiek van de jaren 80 en vroege jaren 90 in kaart. In deze podcast komen de onderzoekers aan het woord. Zij vertellen hoe zij te werk gaan en geven een inkijkje in wat zich allemaal afspeelde op het Binnenhof en daar buiten en hoe de politieke keuzes en discussies van toen doorwerken in het heden. Mijn naam is Fons Meijer en dit is de Parlementaire Podcast.
Welkom bij weer een aflevering van de Parlementaire Podcast. Te gast is Johan van Merriënboer, die samen met Lennart Steenbergen een biografie van Ruud Lubbers schreef. Het eerste exemplaar van het boek, met de titel Ruud Lubbers Een slag anders, werd in november 2024 aangeboden aan premier Dick Schoof. En daarom gaan we het deze aflevering dan ook hebben over Ruud Lubbers. We kunnen hem namelijk met recht een beeldbepalend figuur van de periode 1982-1994 noemen. Gedurende deze 12 jaren stond hij aan het roer van drie kabinetten die zijn naam droegen. Tweemaal met de VVD tot 1989 en eenmaal met de PvdA, tot 1994. En weinigen hebben zo’n stempel op deze periode gedrukt als deze man. Welkom Johan. Zou je kunnen beginnen met te vertellen hoe deze biografie tot stand is gekomen?
Dat is eigenlijk vrij simpel, Lubbers was gewoon aan de beurt. Bij het CPG bestond een traditie in het schrijven van biografieën. De biografie van Piet de Jong hebben we geschreven en die van Van Agt, die kwam uit in 2008. En toen hebben we eigenlijk al een beetje in de week gelegd bij Lubbers of we aan zijn biografie konden beginnen.
Ja, want hij leefde toen nog.

Aanbieding van de biografie Ruud Lubbers Een slag anders aan premier Dick Schoof in het Catshuis, 6 november 2025. V.l.n.r. Directeur van het CPG Ronald Kroeze, voorzitter van de Stichting Parlementaire Geschiedenis Ingrid van Engelshoven, dochter van Ruud Lubbers Heleen de Mooij-Lubbers, kleinzoon Boyke Lubbers, premier Dick Schoof, biografen Lennart Steenbergen en Johan van Merriënboer. Foto: Hans Kouwenhoven.
Hij leefde toen nog. Nou, dat had nogal wat voeten in de aarde. Dat ging met ups en downs. Dan weer wel en dan weer niet. Hij was ook aan het eind van zijn leven vrij depressief zou je kunnen zeggen, dus het werd een getouwtrek. Op een gegeven moment is dat toen niet doorgegaan en op de lange baan geschoven. Er moest wel financiering bij, want het plan bleef bestaan en in maart 2020 was die financiering rond en konden we van start en dat duurde tot de zomer van 2024. In november 2024 mochten we het aanbieden aan premier Schoof in het Catshuis.
En jullie boek heeft veel aandacht gehad in de pers. Ben je tevreden geweest met alles wat er over is gezegd en geschreven?
Ja toch wel. In het begin krijg je de usual suspects, zou je kunnen zeggen of de usual subjects. Het gaat dus over het koningshuis, het gaat over euthanasie, het gaat over abortus. Binnen een maand hadden we al een tweede druk, dus dat liet wel zien dat er heel veel aandacht was en dat het goed liep. De recensies waren positief. Één kritische noot kan ik me nog herinneren. Dat was een recensent die vond dat we teveel of vrij veel gebruik hadden gemaakt van de Handelingen. Maar dat is toch wel opmerkelijk natuurlijk voor een CPG product, dan ben je bijna al veroordeeld tot de Handelingen. In dit geval moest het eigenlijk ook wel, omdat Lubbers eenvoudig geen archief had en de Handelingen, dat is een ideale bron. Daar zie je Lubbers sprekend in actie in het parlement. Dat is een sleutelbron voor de biografie, dus daar konden we helemaal niet omheen.

Een vergadering van de KVP, ARP en CHU in de Doelen in Rotterdam, 15 december 1973. V.l.n.r. minister Van Agt , ex -premier De Jong en minister Lubbers. Fotograaf onbekend, Nationaal Archief / Anefo.
Misschien kunnen we dadelijk wat verder gaan inzoomen op de rol van Lubbers in het parlement, een rol die jij dus hebt bestudeerd aan de hand van die Handelingen, maar nog heel even kort deze vraag. Je zei het zelf al, de biografie van Lubbers is niet de eerste biografie die je hebt geschreven. Je schreef boeken over PvdA-minister en eurocommissaris Sicco Mansholt. En zoals je al zei over oud-premiers Piet de Jong en Dries van Agt. Leek Lubbers een beetje op deze politici of was Lubbers eigenlijk een heel uitzonderlijk politicus?
Wat betreft Piet de Jong en Dries van Agt kun je simpelweg zeggen dat Lubbers net als die andere twee een KVP’er was om te beginnen, de Katholieke Volkspartij. Ze kwamen uit dezelfde partijen, maar waren wel totaal andere types. De Jong was een duikbootcommandant, het was een marineman en Dries van Agt was tot in zijn vezels een jurist. Terwijl Lubbers natuurlijk op en top een econoom was, dus wat dat betreft waren de verschillen wel groot. Als ik hem zou moeten vergelijken met een andere, met één van de mensen waarvan ik een biografie heb geschreven, overigens samen met anderen hoor, [de biografieën van] De Jong en Van Agt, dat ging met een team.
Dan zou ik hem vergelijken met Mansholt. Mansholt was, net als Lubbers, zou je kunnen zeggen, echt een machtspoliticus, iemand ook met een krachtige fysieke uitstraling. Iemand ook van tempo houden, tempo aanhouden, beslissen en ook iemand die heel goed uitkwam in een crisistijd, in een crisisperiode, dus dat waren wel wat parallellen, zou je kunnen zeggen.
Zoals ik bij de aankondigingen al zei, dit is de Parlementaire Podcast, dus ik wil het in deze aflevering vooral gaan hebben over de relatie van Ruud Lubbers met het parlement. Hoe belangrijk was het voor Lubbers om een goede relatie als premier te onderhouden met het parlement?
Het was belangrijk, dat is punt één, maar hij vond het zelf ook belangrijk en ik denk dat dat gegroeid is, want hij werd heel jong minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. In 1973 al, hij was toen net geen 34 jaar en toen was hij was groen als gras en zowel in de Kamer, zeker in het begin en in het kabinet, kreeg hij alle hoeken van de Kamer te zien, onervaren als hij was. Daarna werd hij vrij onverwacht na zijn ministerschap fractieleider van het CDA, een erg verdeelde partij die hij bij elkaar moest zien te houden. En in die periode zou je kunnen zeggen, heeft hij geweldig veel parlementaire ervaring opgedaan en heeft hij gezien het belang van het parlement en de manier waarop je een erg verdeelde fractie bij elkaar moest houden en de manier waarop je een zo breed mogelijk draagvlak in het parlement moest zien te krijgen. En heeft hij ook gezien dat in het Nederlandse stelsel het zwaartepunt ook echt ligt in het parlement.
Heb je daar voorbeelden van, van momenten waarop zijn interesse in het parlement bleek?

De Tweede kamer debatteert over de gevolgen van de olieboycot, 31 oktober 1973. Premier Joop den Uyl en minister van Economische Zaken Ruud Lubbers. Fotograaf onbekend, Nationaal Archief / Anefo.
Nou ten eerste, heel in zijn algemeenheid denk ik dat hij wanneer hij in het parlement iets zei en zijn standpunt verdedigde dat hij zoveel mogelijk mensen probeerde mee te nemen in het parlement. Ook de kleintjes, dat was belangrijk. Je zou ook kunnen zeggen in de periode van vooral het eerste kabinet-Lubbers, hij is dan op een gegeven moment minister-president toen lag er een heel strak regeerakkoord, dus eigenlijk hoefde hij niet zonodig zoveel in het parlement. Meerderheden achter zijn standpunten verzamelen, want de coalitiepartijen hadden getekend bij de stippellijntjes en het was wel duidelijk wat men ging beslissen. Maar hij vond het toch belangrijk om zo breed mogelijk draagvlak te houden. En als het even kon ook zoveel mogelijk oppositiepartijen mee te nemen.
Ik kan me herinneren, een bezoek aan de Verenigde Staten op uitnodiging van de Amerikaanse president. Daar heeft hij uitvoerig gesproken over allerlei onderwerpen en het parlement vroeg om verantwoording af te leggen. En daar kon hij eigenlijk weinig over zeggen, want hij had niet vooraf kort gesloten met zijn Amerikaans gesprekspartners wat wel en niet naar buiten mocht. Maar na een aantal keer touwtrekken, is hij toch voor een Kamercommissie gekomen en heeft hij zo goed en zo kwaad als dat kon zich verdedigd. En dat heeft men toen geaccepteerd.
Ik kan me ook nog een ander voorbeeld herinneren over staatkundige vernieuwing aan het eind van zijn carrière, zijn derde kabinet, in het debat over staatkundige hervormingen, waarin hij uitvoerig zijn mening gaf op basis van de ervaringen die hij de afgelopen elf jaar had gehad over wat wel en niet zou kunnen werken wat betreft die hervormingen. Dat hoefde hij niet te doen, dus dat zijn twee duidelijke punten waarop je zegt hij had interesse voor het parlement en hij zette een stapje meer. Het duidelijkste voorbeeld vond ik wat dat betreft, in de Eerste Kamer was ooit een begrotingsbehandeling, ik denk misschien zelfs Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer of een debat over de regeringsverklaring. Dit is verteld door één van zijn raadadviseurs waarbij Lubbers op een gegeven moment vond dat het een te dun debat werd. De juiste vragen werden niet gesteld, dus op een bepaald moment tijdens het debat bracht hij naar voren. ‘Nou ja, meneer de Voorzitter, ik zou me ook nog kunnen voorstellen dat uw Kamer mij zou hebben gevraagd…’. En daarop volgde een interessante vraag waarop hij zelf dan een antwoord gaf. En dat liet zien en die raadadviseur onderstreepte dat ook, want die begon zich te beklagen daarover op het niveau van de Eerste Kamer, dat Lubbers er respect voor had en die man kreeg ook te horen: je moet goed weten dat deze mensen gekozen zijn, zij het dan indirect in de Eerste Kamer door de Nederlandse bevolking, dus daar moet je respect voor hebben en die moet je ook met respect behandelen.

Tweede Kamer, de Kamer wil alsnog verslag van premier Lubbers over zijn bezoek aan de VS; Ina Brouwer (CPN), 31 januari 1984. Foto: Rob Bogaerts, Nationaal Archief / Anefo
En als het dan gaat over de relatie met individuele Tweede Kamerleden. Vond hij dat dan ook belangrijk?
In het algemeen kon hij natuurlijk niet laten blijken dat hij sommige Kamerleden wat interessanter vond dan anderen, maar dat zal zeker het geval geweest zijn. Hij zal het niet zo hebben laten merken, maar Lubbers had wel zijn voorkeuren en zijn afkeuren zou je kunnen zeggen wat betreft personen met wel of geen inhoud. Hij zal dat eerder in een debat in besloten kring hebben laten merken dan in het parlement. Je kon wel merken in het parlement dat bij bepaalde Kamerleden die nogal hoog van de toren bliezen wat betreft ethische vraagstukken dat hij daar toch wel moeite mee had, bijvoorbeeld met een bijdrage van Ria Beckers. Die had er wel een handje van, van de PPR, een voorloper van Groen Links. Maar ook van de woordvoerster van de EVP, de Evangelische Volkspartij. Ook een voorloper van Groen Links. Zij [Cathy Ubels] wierp hem in het kruisrakettendebat een keer voor de voeten dat hij toch niet de zegen kon afroepen als gelovig christen over de modernisering van kernwapens.
Dat was heel wat, want op die manier trok zij eigenlijk zijn geloof en het feit dat hij zich toch wel gelovig christen voelt trok zij totaal in twijfel. Dat zat hem toch wel heel hoog en hij is toen ook op een verschrikkelijke manier uit zijn slof geschoten in de Tweede Kamer. Dat kwam niet vaak voor, want het was een hele redelijke man. Je hebt wel Kamerleden die spelen dan dat ze heel opgewonden zijn en die blazen zich op. Joop den Uyl had er een handje van toen hij Kamerlid was.
Want Den Uyl was premier geweest in de jaren 70, maar zat nu weer als oppositieleider in de Kamer.
Hij was premier geweest en is lange tijd leider van de oppositie geweest, leider van de Partij van de Arbeid en dat botste nogal in het begin. Ook in de periode van het eerste kabinet-Lubbers, waarbij Den Uyl een totaal ander financieel-economisch beleid voorstond en alle registers opentrok om Lubbers te verleiden om uit de bocht te vliegen of om echt kwaad op hem te worden. Maar die bleef de rust zelf, zou je kunnen zeggen. Het waren wel botsingen maar hij werd niet echt boos. Één keer kan ik me herinneren, dat kwam ook op de camera. Dat was ook bij een Algemene Beschouwingen waarin hij door Marcel van Dam, goed van de tongriem gesneden, ook van de PvdA beschuldigd werd dat hij de zaak zat te belubberen. Dat was natuurlijk mooi gevonden van Van Dam en toen zag je, is mij verteld, Lubbers wel heel erg rood worden en heel erg opgewonden worden. Maar kon hij zich toch nog redelijk goed beheersen.
En had dat dan ermee te maken dat zijn naam als synoniem werd gebruikt voor bedriegen, belazeren?
Ja, maar dat was een beetje dubbelop, want het was een lange interruptie van Van Dam, waarbij hij Lubbers en het kabinet ervan beschuldigde om allerlei beloftes te breken die ze hadden gedaan ten aanzien van de minima en van de uitkeringstrekkers. En daar bovenop kwam dan die vondst van het belubberen. En dat had natuurlijk ook weer een relatie met het lubberiaanse taalgebruik. Dat is ook iets typisch voor Lubbers, maar volgens mij had dat daar ook wel mee te maken.

Grote demonstratie tegen kruisraketten en kernwapens, maar voor de vrede, Den Haag, Nederland, 29 oktober 1983. Bordtekst “Belubber de kruisraket” refereert aan premier Ruud Lubbers, die alles zodanig kon formuleren dat hij ermee weg kon komen. Foto: Rob Bogaerts, Nationaal Archief / Anefo
Lubbers verre opvolger Mark Rutte heeft zijn befaamde 1 april debat gehad over de notitie Positie Omtzigt functie elders. Misschien weet je het nog wel van tijdens de formatie van 2021, toen de hele Tweede Kamer een motie van afkeuring tegen hem aannam. Alleen de VVD, zijn eigen fractie, steunde hem toen nog. Heeft Lubbers zulke momenten van politieke eenzaamheid gehad?
Ik vind het ook een geval apart. Hij kreeg een motie van afkeuring nadat hij kort daarvoor de verkiezingen met overmacht gewonnen had. Dus dan krijg je zo’n man ook weer niet weg, dus dat vind ik ook een beetje een slag in de lucht zou je kunnen zeggen. Maar goed, eenzaamheid, politieke eenzaamheid. Een beroemd voorbeeld is een optreden in de houtrusthallen. Hij nam daar heel veel miljoenen handtekeningen in ontvangst als protest tegen de kruisraketten. Er was een heel vijandige menigte die hem met boegeroep onthaalde en die hem de rug toekeerde. Toen was hij echt helemaal alleen. Behalve heel tv kijkend Nederland, zat ook te kijken en die mensen waren helemaal op de hand van Lubbers, wat later ook zou blijken uit de verkiezingen die hij met overmacht zou winnen in 1986, een jaar later.
Eenzaamheid in de Kamer: ik herinner me nog wel de val van het tweede kabinet-Lubbers over de autokosten, het reiskostenforfait en het milieubeleidsplan. In dat debat zat Lubbers helemaal alleen tegenover een heel vijandige VVD-fractie die de stekker uit het kabinet trok. En daarbij had hij dan misschien wel de schijn van eenzaam te zijn, maar hij straalde ook kracht uit. En de VVD stortte zichzelf in een crisis, zou je kunnen zeggen. Daarna heeft Lubbers ook de steven gewend en is hij gaan samenwerken met de Partij van de Arbeid in zijn volgende kabinet.
Wel eenzaam was hij, maar dat is misschien ook nog weer een ander geval, op de Europese Raad in Corfu in 1994. Waarin hij kandidaat is om Voorzitter te worden van de Europese Commissie en die kandidatuur eigenlijk onderuit wordt gehaald door Helmut Kohl, de bondskanselier. En toen stond hij heel erg, alleen zou je kunnen zeggen. Alleen wist hij, was hij ervan overtuigd of dat wist hij eigenlijk wel zeker dat de tegenkandidaat, dat was de Belg Jean Luc de Haene, dat die zou kunnen stuiten op een veto van de Britten. En, dat is dan ook gebeurd, deels zou je kunnen zeggen, uitgelokt door Lubbers. Dus dat was ook weer een kwestie van ik pak Kohl even terug.
Een van de middelen die Lubbers in de Tweede Kamer, maar ook daarbuiten, maar dus ook in de Tweede Kamer tot zijn beschikking had, was zijn wollige taalgebruik, Lubberiaans. Wat is dat eigenlijk, lubberiaans?

Bezoek bondskanselier Helmut Kohl; Helmut Kohl en premier Lubbers op vliegveld Valkenburg, 30 november 1987. Foto: Rob C. Croes, Nationaal Archief / Anefo
Lubberiaans, dat is het etiket. Het heeft al heel snel het woordenboek gehaald, dat is vrij uniek. Dat maakt Lubbers ook wel een unieke persoonlijkheid. Er zijn maar weinig politici naar wie een bepaald soort van taalgebruik genoemd is. Dat ontzettend wollige taalgebruik dat heeft hij al vanaf het begin een beetje in de vingers gehad. Ik denk gezien zijn opleiding op het Canisiuscollege bij de jezuïeten. Hij heeft het verfijnd toen hij fractieleider was. Fractieleider van een zeer verdeelde partij, dan krijg je om de haverklap een microfoon onder je neus en moet je iets zeggen wat hout snijdt, maar waarbij je zowel de linkervleugel als de rechtervleugel erbij houdt. Dus het werd één grote wolk mist en hij heeft het later nog een beetje geperfectioneerd toen hij minister-president was. Toen wilde hij niet alleen zoveel mogelijk mensen meenemen, maar wist hij ook nog allerlei zaken met elkaar te zwaluwstaarten, te combineren, verschillende kwesties op die manier op te lossen. En toen kreeg het ook een beetje de betekenis van niet alleen wollig, maar ook nog eens heel slim. En ik denk dat dat een beetje typisch Lubbers was, dat lubberiaans, dat taalgebruik. Het was ook moeilijk om daar greep op te krijgen. Ik denk zeker ook voor de stenograaf in de Kamer. Want het zijn geen hele zinnen. Er zitten allerlei steekwoorden in waarmee hij signalen afgeeft om politieke deals te kunnen slapen. Tegenover hem staat bijvoorbeeld Van Agt, die heeft een heel archaïsch taalgebruik, maar dat zijn lopende zinnen met bijzinnen en komma’s en punten. Daar kun je je petje voor afnemen. Nou, voor Lubbers taalgebruik kun je ook zeker je petje afnemen. Maar één van de stenografen heeft ooit gezegd, het is echt een zootje puin, maar wel functioneel puin.

Kabinet-Van Agt II, 11 september 1981
En weet je ook wie die term lubberiaans bedacht heeft?
Dat zong al enige tijd rond. Het is eigenlijk gemunt, zou je kunnen zeggen in de tijd dat Lubbers informateur was van het tweede kabinet-Van Agt. Dat werd het rampkabinet Van Agt, waar ook Den Uyl in moest.
CDA, PvdA en D66.
Je krijgt een heel wazig regeerprogramma. Ze moesten er allebei een handtekening onder zetten. En dan zingt die term rond en op een gegeven moment heeft denk ik Wiegel dat definitief gemunt van dit regeerakkoord is zo lubberiaans, daar kun je alle kanten mee uit. Je moet verschillende schriftgeleerden erop zetten om daar een bepaalde uitleg aan te geven. Want het is bijna niet te volgen.
Welk stempel Johan, vind jij dat dat Lubbers heeft gedrukt op het ambt van premier?
Ik denk een heel stevig en heel sterk stempel. Dat ambt is een beetje een raar staatsrechtelijk fenomeen. De minister-president is in Nederland eigenlijk alleen maar voorzitter van de Ministerraad. Nederland wordt bestuurd collegiaal door de Ministerraad en zo’n minister- president zit dat voor. Dat is geen prime minister, het is geen bondskanselier, hij heeft geen greep op zijn ministers.
Je krijgt dan in 1983 in de nieuwe grondwet dat de minister-president voor het eerst in de Grondwet wordt genoemd, maar dat is eigenlijk een codificatie van wat er langer gaande is. Hij heeft wel, want het is een beetje een ruime jas, hij heeft wel zitten kijken hoe ver je kon gaan. En wat dat betreft bleef hij naar buiten toe erg klein, voorzitter van de Ministerraad. Hij had wel zijn begroting van Algemene Zaken en de Algemene Beschouwingen deed hij. Wat dat betreft kwam hij regelmatig in de Kamer als die punten aan de orde waren. Dat ambt van minister-president, naar buiten toe hield hij zich vrij klein en er waren ook wel klachten over. Naar binnen was hij vanwege zijn kennisoverwicht, vanwege de kijk die hij had op de verschillende dossiers tot in de details, vanwege zijn politieke ervaring jarenlang in de Kamer en ook jarenlang als minister in verschillende kabinetten. En vanwege de manier waarop hij communiceerde met allerlei mensen.
Hij zat vanaf ’s ochtends vroeg, zat hij al te bellen met mensen die er toe deden. Om te kijken of hij de besluitvorming een bepaalde richting in moest masseren en welke knopen er op een bepaalde dag konden worden doorgehakt. Wat dat betreft werd er ook wel gezegd eigenlijk had je bijna geen ministers meer nodig natuurlijk, want die Lubbers die kon dat in zijn eentje. Dus wat dat betreft heeft hij dat ambt naar eigen inzicht ruim vormgegeven ook met zijn wekelijkse praatje, waarbij hij eigenlijk min of meer bepaalde hoe de krantenkoppen zouden luiden zaterdag en op maandag. Waarbij ministers soms zich afvroegen van waar zijn wij geweest, want dat hebben we helemaal niet gehoord! Dus wat dat betreft nam hij ook de nodige ruimte. Je krijgt dan als opvolger Wim Kok en ook anderen zoals Balkenende en die hebben toch wel vaker gewoon echt op hun strepen moeten staan als minister-president en gezegd van dit is mijn bevoegdheid, want ik ben minister-president. Dat heeft Lubbers nooit hoeven zeggen, want dat was wel duidelijk wie er bepaalde welke lijn, of welke kant het opging, dat was de minister-president.

Premier Lubbers na een persconferentie, 11 september 1989. Foto: Rob Bogaerts, Nationaal Archief / Anefo
En wat zouden toekomstige premiers van Lubbers kunnen leren in dat opzicht?
Dat is een moeilijke. Lubbers wilde ook een minister-president zijn voor zoveel mogelijk mensen. Dus hij wilde zoveel mogelijk mensen meenemen in zijn overwegingen en in de besluitvorming. Wanneer een bepaalde minister niet helemaal zijn zin had gekregen, dan werd die minister wanneer de persconferentie kwam vrijdag flink opgebouwd en de minister die zijn zin had gekregen die werd een beetje afgeknipt, zou je kunnen zeggen. Dus op die manier wist hij een evenwicht te bewaren. Ik denk dat het evenwicht heel belangrijk is. Het is een unieke persoonlijkheid, inhoudelijk uiterst sterk. Maar je hoeft het niet te doen op de manier zoals Lubbers dat deed. Kijk, je kunt volop delegeren. Ik denk dat het ook slim is van de minister-president als hij volop delegeert. In die periode, in die crisisjaren was Lubbers zou je kunnen zeggen, toch wel de juiste man op de juiste plek op het juiste moment. Maar andere tijden hebben andere soorten van minister-presidenten nodig. En dat kan, want het ambt kun je op een heel persoonlijke manier invullen.
En dan nu als slotvraag. We hebben het al gememoreerd. Je hebt in het verleden alleen en met anderen verschillende biografieën geschreven. Welke biografie ga je nu schrijven?
Als ik nog eens heel veel tijd en heel veel financiën zou hebben, lijkt Frans Andriessen mij leuk. Dat was een eurocommissaris die samen met Jacques Delors de heropleving van de Europese integratie en de Europese Gemeenschap heeft bewerkstelligd. Die heeft een heel mooi archief nagelaten en daar zou je een geweldig boek over kunnen schrijven.
Ook van het CDA toch?
Hij was KVP-fractieleider, een belangrijke man binnen het CDA. Lubbers heeft hem laten struikelen, zou je kunnen zeggen als minister van Financiën in het kabinet-Van Agt. Dat is ook nog een interessante episode, dus dat lijkt me een leuke. Verder is mij ooit gevraagd om Gerrit Braks te doen, maar goed, ik ben een Brabander. En Braks is natuurlijk interessant, want Braks is begonnen als een heel klein menneke op de boerderij van zijn ouders waar nog geen eens elektriciteit of stromend water was. Terwijl toen hij aftrad, Braks, waren de varkensboeren uit zijn streek. Dat waren.
En hij trad af als?
Hij trad af, Gerrit Braks is minister van Landbouw, tien jaar lang onder Lubbers. Toen hij aftrad, waren de Brabantse varkensboeren waren bijna allemaal miljonair en die reden een dikke Mercedes, dus dat was wel een stap. Daar kun je een mooi boek over schrijven. En verder? Nolens lijkt me ook nog wel leuk, maar goed je doet er lang over, een biografie. Dat kost zeker wel een jaar of vier.
Nolens was een katholieke voorman uit het interbellum.
Ja, Nolens was de grote man, hij was een priester, een grote man van de Rooms-Katholieke Staatspartij. Hij mocht geen premier worden want hij was priester, Maar ik denk dat hij qua macht en zijn partij was ook groter, dat hij groter was dan een Colijn of een Ruijs de Beerenbrouck. En ook sociaal heel erg vernieuwend zou je kunnen zeggen. Hij heeft toch wel de katholieke zuil flink op de kaart gezet en daar kon men niet omheen. Daar ligt ook mooi materiaal van, dat is ook wel belangrijk.
Dankjewel Johan
Graag gedaan.
De Parlementaire Podcast is een productie van Pappenheimers in opdracht van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis en is opgenomen op de Radboud Universiteit in Nijmegen. Fons Meijer is showhost. De redactie is in handen van Maaike van Deelen. Wil je meer weten over de politiek in de jaren van de kabinetten-Lubbers ga dan naar 80.serie parlementairegeschiedenis.nl.
